Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]Een weinig slapens, een weinig sluimerens, een weinig handvouwens, al nederliggende; 14. Dat is, terwijl gij u vast tot het slapen en luieren begeeft, zo zal u de armoede overvallen. Sommigen menen dat hier de luiaard wordt ingevoerd, sprekende tot zichzelven, of op de voorgaande bestraffing antwoordende en wensende dat hij nog slechts een weinig slapens, enz. mocht hebben, enz. Zoveel is het, dat Salomo schijnt te zien op de manier van doen en spreken dergenen, die zich tot luiheid gewennen.